Het nieuwe Nederlandse Landschap

Energiewinning heeft in Nederland  altijd sporen in het landschap achtergelaten. De veenplassen in Zuid Holland zijn het resultaat van het afgraven van het laagveen dat werd als turf opgestookt. Toen deze bron op was kwam er in het noordoosten een bloeiende turfeconomie in het hoogveen tot stand.  Voor de mijnbouw zijn er daarnaast grote dennenbossen aangeplant. Wat wij nu als waardevolle -en daarom beschermde– landschappen zien is vaak het resultaat van (open) mijnbouw in het verleden.

De recente energieproductie op basis van delfstoffen heeft in Nederland echter niet of nauwelijks tot een impact op het landschap geleid. Olie en gas worden immers diep onder de grond gewonnen. Welke impact zullen duurzame energiebronnen, zoals zonne-energie, vergisting en windenergie, dan hebben op het landschap?

Zonnecellen worden  in Nederland meestal geplaatst op het dak of verwerkt in de daken of gevels van nieuwe gebouwen. De nieuwe stationsoverkapping in Rotterdam heeft bijvoorbeeld zonnecellen die direct in het glas verwerkt zijn. Grote zonne-energiecentrales zoals in Californië komen in Nederland niet voor. De impact van  zonne-energie blijft beperkt tot de stedelijke omgeving.

Bio-(mest)-vergistingsinstallaties worden steeds verder opgeschaald. Zodra meerdere boeren samen zo’n installatie gaan exploiteren ontstaat er een behoorlijk grote ‘fabriek’ die niet meer onopvallend op een boerenerf kan worden ingepast. Naast de installatie zelf heeft ook het telen van de toeslag-gewassen (deze zijn nodig om de vergisting te ondersteunen) invloed op het landschap. Waar eerst aardappels stonden kan dan bijvoorbeeld energiemais van vijf meter hoog komen te staan.

Windmolens zijn van grote afstand te zien in ons vlakke landschap. Zij roepen dan ook het meeste verzet op. De discussie over de plaatsing van windmolens gaat vaak over de vervuiling van de horizon, geluidsoverlast voor omwonenden en aantasting van het historische karakter van het landschap. In het huidige beleid moet bij elke windmolenlocatie opnieuw onderzoek worden gedaan naar de landschappelijke impact. Steeds meer partijen komen nu tot het inzicht dat een grootschalige omschakeling op duurzame energie  (vooral windenergie) niet kan gebeuren op basis van dit ad-hoc plaatsingsbeleid. Het is beter -en sneller- om vanuit het landschap eerst te bepalen waar er windmolens mogen komen.

Een goed voorbeeld daarvan is de Provincie Noord-Holland die, samen met de gemeente Wieringermeer, tot het inzicht kwam dat de ambitie voor windenergie in die gemeente zo groot is, dat uitgaan van behoud geen optie meer is. Als voorbereiding op deze grote ingreep in deze – verder lege – polder is in 2009 een windweekend georganiseerd. Tijdens deze manifestatie stond windenergie in al haar vormen centraal. Zo werd de bevolking betrokken bij de plannen, en begrip gekweekt voor de  grote impact die het plaatsen van de nieuwe turbines heeft.

Tegelijkertijd zijn landschapsarchitecten aan de slag gegaan om de mogelijkheden voor plaatsing en de invloed daarvan op het landschap te onderzoeken. Door de grote hoogte van de molens (ashoogte 120 meter en tiphoogte 180 meter) zal die impact niet gering zijn. In de uitwerking van de plannen zullen de bestaande molens (ongeveer 35) verdwijnen. Door in een keer een plan te maken voor de hele polder  is meteen voor de bewoners duidelijk hoe dat er uit komt te zien. Er kan geen ‘wildgroei’ optreden.  Er wordt een nieuwe laag aan het landschap toegevoegd die aansluit op de bestaande structuren in de polder.

Een ander belangrijk verschil met het huidige beleid is dat Wieringermeer meent dat een deel van de winst van de uiteindelijk te plaatsen 200-400 MW ten goede dient te komen aan de inwoners van de gemeente. Nu gaan alle opbrengsten nog naar de exploitanten. Profiteren kan op veel manieren – De Windvogel is daar natuurlijk een goed voorbeeld van. Het kan ook een beetje anders: bij een van de huidige locaties doet de exploitant elk jaar een bijdrage aan de kas van de bewonersvereniging. Hoe de plannen er precies uitzien maakt de gemeente 14 maart bekend.

De plaatsing van de nieuwe windmolens zal de Wieringermeer voorgoed veranderen. Er wordt een nieuwe laag duurzame energiewinning aan het landschap toegevoegd. Het zorgvuldig ontwikkelde windplan garandeert dat de plaatsing niet tot een onrustig beeld zal leiden en vergroot de betrokkenheid van de bewoners. Misschien worden zij wel zo trots op het resultaat dat de Wieringermeer over honderd jaar een beroemd -en beschermd –  landschap is.

Voor het windplan Wieringermeer zie na 14 maart: www.wieringermeer.nl. Zie ook het boek Energielandschappen van Tom Bade. <update april 2011: Provincie Noord Holland wil in de nieuwe regeerperiode geen windenergie op land meer>.

Dit artikel verscheen in de Windvaan, het blad van de windmolenvereniging De Windvogel.