Grabbelton van bezuinigingen

[lang_nl]

Edit: Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat de twintig ambtelijke commissies haar rapporten aanbod aan het demissionaire kabinet. Deze rapporten zullen in de formatiebesprekingen wel degelijk nog een rol gaan spelen. HIeronder mijn bijdrage aan de blauwe kamer:

Op 1 april bood Balkenende de rapporten van de twintig ambtelijke heroverwegingscommissies aan de leden van de Tweede Kamer aan. De ambtelijke commissies hebben op twintig terreinen de mogelijkheden onderzocht om 20% op de overheidsuitgaven te bezuinigen. Deze terreinen beslaan gezamenlijk substantiële delen van de overheidsbegroting zodat een totale bezuiniging van 29 miljard mogelijk is. De rapporten zijn -volgens Balkenende- bewust niet opgesteld vanuit een bepaalde blauwdruk of visie op de overheid. Alle politieke partijen kunnen de voorstellen dus gebruiken bij de voorbereidingen op de verkiezingen. Het is te hopen dat de politiek zich niet laat verleiden tot het blind grabbelen in de voorstellen. Juist nu is een helder beeld over de toekomst van Nederland belangrijker dan ooit.

Bij het opstellen van de rapporten is de financiële doelstelling leidend geweest. Samenhang tussen de maatregelen ontbreekt, het is een ratjetoe van vergaande bezuinigingen geworden. Uit de voorstellen blijkt dat de bezuinigingen die een volgende kabinet moet doorvoeren een grote effect kunnen hebben op de manier waarop Nederland wordt ontworpen en gebouwd. De mogelijke bezuinigen richten zich namelijk niet alleen op de woningmarkt, maar ook op de leefomgeving, infrastructuur en het openbare bestuur.

Voordeel van de gebruikte aanpak is dat thema’s die vroeger nadrukkelijk onbesproken bleven nu opeens wel op de agenda staan. Uit het rapport dat de bezuinigingen op de woningmarkt onderzoekt blijkt dat er op de huidige woningmarkt ontzettend veel geld wordt rondgepompt. Niet alleen via de hypotheekrenteaftrek (mede door de uitvinding van nieuwe bankproducten die bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek maximaliseren), maar ook door middel van de huurtoeslag, de inflexibele beprijzing van sociale huurwoningen op gewilde locaties, het ‘scheefwonen’ en de steun aan woningcorporaties. De markt lijkt zo niet meer optimaal te functioneren. De voorgestelde ingrepen op de woningmarkt zijn echter niet bedoeld om de woningmarkt te verbeteren. Zij zijn bedoeld om in 2015 minimaal 20% te bezuinigen op overheidsuitgaven zonder de woningmarkt te ontwrichten.

De voorstellen op het gebied van infrastructuur bevatten ook wonderlijke redeneringen. Zo wordt voorgesteld het reizen per spoor (en per auto) op piekmomenten duurder te maken -bijvoorbeeld door een spitsheffing- zodat de behoefte aan mobiliteit op die momenten afneemt. Volgens het rapport zal daardoor de groei van de mobiliteit stagneren en zijn investeringen in de infrastructuur niet meer nodig. Maar wat als dit niet werkt en de behoefte wel toeneemt? Ga je de prijs dan nog verder verhogen? De behoefte proberen af te stemmen op de beschikbare infrastructuur levert misschien op de korte termijn winst op maar biedt geen robuuste oplossing voor de toekomst. Het aanleggen van de toch noodzakelijke infrastructuur kan volgens de commissie in een minder luxe uitvoering. De inpassing van de nieuwe infrastructuur in stad en landschap -tunnels, overkluizingen, geluidschermen- vraagt nu teveel budget. Ook de projectgroep leefomgeving en natuur beknibbelt op kwaliteit. Binnenstedelijk herontwikkelen en natuurontwikkeling zijn beide erg kostbaar. Alternatieven als bouwen in landschappelijk minder waardevolle gebieden en het afstoten van natuurgebieden buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn volgens de commissie goedkoper.

In alle rapporten is de beperking van de invloed van de overheid opvallend. Zelfs voor het openbaar bestuur zijn er allerlei varianten bedacht om minimaal 20% te besparen. De grootste besparing is daar te realiseren door de middelste bestuurslaag (provincies en waterschappen) te saneren. Het Rijk en ongeveer 25 a 30 grote regiogemeentes blijven dan als overheden over. Mochten er echt zulke grote veranderingen plaatsvinden dan hoeft dat natuurlijk geen ramp te zijn. In de Nederlandse geschiedenis is alleen in de twintigste eeuw sprake geweest van een sterke sturing door de rijksoverheid. De overheid zal gewoon minder vaak als trekker van de ontwikkelingen optreden. De burger zal het nu in toenemende mate weer zelf moeten doen. Dit vraagt niet alleen om heel andere plannings- en bouwprocessen maar ook een mentaliteitsverandering bij de burger. Het is te hopen dat de politieke partijen (en de komende regering) de ratjetoe van bezuinigingsvoorstellen negeert en een heldere visie op de taken van de overheid en de rol van de burger ontwikkelt zodat de veranderingen niet alleen leiden tot een bezuiniging van 20% op de rijksbegroting maar ook tot een grotere betrokkenheid van de burger bij de ontwikkeling van Nederland. Want die burger zal het de komende jaren moeten doen.

Dit artikel verscheen eerder in de Blauwe Kamer 2010 – 3

[/lang_nl]