Met je kind naar het ziekenhuis – 10 tips

Het ziekenhuis is een aparte wereld. Het beeld uit de TV series klopt bij lange na niet. Daar zien we nooit het weekritme met grote en kleine visite, de week- en weekenddiensten en tot slot ontbreekt vaak de afwisseling van de diensten. Het draait op de TV om de dokters en niet de patient. Ook verschilt de insteek nogal. Op TV zoeken de artsen totdat ze de diagnose precies weten. In het echte leven vinken ze af. Van levensbedreigend naar niet-levensbedreigend. En als je pech hebt gaat het vanzelf over en was het – volgens de dokter – waarschijnlijk psychisch.

Met zieke kinderen is het niet anders. Ook hier vinkt men af. Het is aan de kinderen en de ouders om de dokter scherp te houden. Niemand anders zal het doen. Maar hoe zorg je dat jij en je kind de opname goed doorkomen?

Een aantal tips:

  • Neem genoeg spullen mee om jezelf en je kind bezig te houden. Maar verwacht niet dat je heel veel zal doen. Met mate dus. Daarnaast is er voor kinderen vaak wel speelgoed beschikbaar.
  • Bereid je voor op de vele verschillende gezichten die je tijdens het verblijf zal zien. Iedereen werkt (natuurlijk) in ploegendienst. Dat betekent drie keer per dag wisseling van verpleging en artsen.
  • Ontdek het ritme van het ziekenhuis. Wanneer komt de arts op visite, wanneer zijn de overdrachten en wat gebeurt er in het weekend? Zo schuift men in het weekend de zaken het liefst voor zich uit. Op vrijdag wordt meestal een plan bedacht dat op maandag weer wordt getoetst. Het liefst veranderen ze dat plan niet. Ook voor extra onderzoek zijn goede redenen nodig. Mocht je het gevoel hebben dat er iets niet klopt vraag naar de dienstdoende arts ( en blijf niet soebatten met de zaalarts).
  • Hou de verpleging scherp maar ook te vriend. Zij zijn je eerste aanspreekpunt en degene die je kind het meeste zullen zien. Vertel veel over je kind. Hoe is hij/zij normaal en hoe is het nu anders. Toon interesse in hun werk. Stel vragen.
  • Zorg dat je zelf af en toe rust neemt. Maak een wandeling, ga even het ziekenhuis uit. Wees je bewust dat je vooral veel tijd aan het doden bent in het ziekenhuis. Wachten, wachten en wachten. Op de dokter, op de uitslag van onderzoek, op de medicijnen, op het eten of op de verpleging als je op de hulpknop hebt gedrukt. Vaak zijn er pedagogische medewerkers beschikbaar die graag een half uur tot een uur iets met je kind kunnen ondernemen.
  • Bereid jezelf voor op de thuiskomst. Je kind wordt niet ontslagen als het helemaal (100%) beter is. Nee, het ziekenhuis kiest in het gunstigste geval voor 60% – met opgaande lijn. Dit betekent dat de eerste dagen thuis nog volop in teken van herstel staan – en dus heel pittig zijn. Mocht je ook nog andere kinderen hebben die bij grootouders logeren is het zeker het overwegen waard die nog even daar te laten. Één of twee dagen om zelf te acclimatiseren en je kind te verzorgen zonder de andere kinderen is namelijk erg fijn.
  • Accepteer dat de eerste dagen na thuiskomst anders zijn. Vraag iemand anders te koken of bestel.
  • Maak bij vertrek goede afspraken over hoe om te gaan met tegenslagen. Wie ga je bellen? Waar ga je naartoe? En zorg dat alles geregeld is voor je inpakt. Als je eenmaal de knop hebt omgezet en hebt ingepakt dan ga je meestal ook. Zelfs als de beloften uiteindelijk niet waargemaakt kunnen worden.
  • Zorg dat je eventuele medicatie voor een paar dagen meekrijgt. Laat recepten direct faxen naar de apotheek en informeer daar over de beschikbaarheid en levertijd. Zo voorkom je stress op de weg naar huis of als je later nog naar de apotheek moet. En misschien nog beter, informeer naar de mogelijkheden om de medicijnen thuis te laten bezorgen.
  • Tot slot, Als je het niet vertrouwd om naar huis te gaan – ga dan niet. Ik heb nog niet meegemaakt dat we – of iemand anders- het ziekenhuis uitgezet zijn.