Notitieboekjes – onmisbaar in het ziekenhuis
Op de tweede dag kwam mijn vader aanzetten met notitieboekjes. “Je moet alles opschrijven”. Na even bladeren koos ik één van de kleinste boekjes. Lekker handzaam en paste makkelijk in mijn broekzak. En misschien ook wel vanuit de hoop dat het een kort en weinig enerverend verblijf in het ziekenhuis zou worden. Ik had beter moeten weten
Wat schrijf je op in zo’n boekje? Hoe de dag geweest is. Welke dingen je opvallen aan je kind. Hoeveel hij gedronken, geplast en gepoept heeft. Welke medicijnen hij krijgt. Vragen voor de artsen die je – bij hun korte bezoekjes- altijd vergeet te stellen. Gewicht en lengte. Belangrijke telefoonnummers. Wat je kind lekker vindt. Wat de arts aan heeft. Wat de arts lekker vindt. Echt alles. Alles kan je helpen met de zorg voor je kind.
Tijdens de zevende opname van onze zoon bleek weer eens hoe waardevol zo’n boekje is. Wij doen namelijk de verzorging van onze zoon geheel zelf, ook in het ziekenhuis. De verpleging hoeft alleen onze metingen over te nemen. Toch presteerde ze het om ons, op basis van foutieve cijfers, naar huis te sturen. Het voelde voor ons niet goed. Wij weigerden daarom te gaan. Een andere arts, naar eigen zeggen gestuurd als intermediair, kwam met ons praten over onze zorgen. Hij kende onze opschrijfgewoontes en onze situatie goed. Daarom luisterde hij naar ons. We hadden via ons dossier zo voor hem teruggevonden hoe lang onze zoon al niet meer groeide. Hij kon dat weer controleren in het dossier in het ziekenhuissysteem en gaf ons gelijk. Hoera voor het dossier dus! ( vervolgens zaten we nog een week langer in het ziekenhuis)
Zeker bij ‘dikkere’ dossiers (zoals die van onze zoon) is het voor een nieuwe arts lastig snel zicht te krijgen op de situatie. Ons boekje bleek dan ook bijzonder behulpzaam bij een bezoek aan de spoedeisende hulp in een ander ziekenhuis. De vragen van het personeel beantwoorden we snel. Veel wisten we maar specifieke dingen zochten we op. Zo is het bijvoorbeeld best handig een lijstje te hebben van de bijzonderheden van je kind ( bij voorkeur de medische termen). Ook kan je opschrijven welke verschillende antibiotica er al gegeven zijn. Of welke bijzondere bacteriën er in het verleden gevonden zijn. Tot slot is ook een overzicht van de verschillende behandelaren en hun telefoonnummers erg handig.
Een andere belangrijke taak van het boekje is het vastleggen van vragen. Een afspraak – zeker een telefonische – is vaak zo voorbij. Daarnaast komen de artsen soms net op het moment dat je kind je nodig heeft. Probeer dan maar je hoofd ook bij het gesprek met de arts te houden. Bereid daarom alle afspraken goed voor. Schrijf de feiten die volgens jou relevant zijn op. Vervolgens de vragen die je hebt en welke oplossingen of verklaringen voor de hand liggen. Het opschrijven van de vragen dwingt mij bijvoorbeeld ook om – mogelijk- domme vragen te stellen. Bijvoorbeeld de vragen die voor de hand liggen of die je al eerder hebt gesteld, maar het antwoord niet meer van weet of het antwoord niet meteen begreep. En als je bij elke afspraak je eigen boekje op tafel legt zal je zien dat de artsen ook steeds vaker zullen vragen of je nog meer voor hun hebt opgeschreven. (Zij lijken onder de indruk van ijverige schrijvers).
Ons tweede boekwerk is bijna vol. Een derde boekje is binnenkort noodzakelijk. De hoop op een korte kennismaking met de wereld van de zorg en de ziekenhuizen bleek ongegrond. Tegelijkertijd stelt onze verzameling boekjes ons in staat om de artsen geïnformeerd tegemoet te treden. Het dossier verzamelt voor ons alle recepten, afspraken en kennis die we opdoen.
Naschrift: Pas in de zorgdraaimolen besef je dat de patient de enige is die ALLE artsen en behandelaars ziet. Overdracht tussen de artsen gebeurt voornamelijk via het dossier in het ziekenhuis. Als ouder ben je natuurlijk ook overal bij. Je bent dus degene die de patient het beste kent en de meeste artsen gesproken hebt. Nog een goede reden dus om alles goed bij te houden en op te schrijven.